2015 loopt langzaam ten einde. Limburg Paardensport heeft een fantastisch jaar achter de rug. Terwijl we het jaar afsluiten zijn we ook al in volle gang bezig met de voorbereidingen voor 2016.
Voorzitter Jan Janssen van Limburg Paardensport: “We hebben een heel mooi jaar achter de rug. De hippische dynamiek maakt een enorme ontwikkeling door. Het is fantastisch hoe alle verenigingen hard aan de weg timmeren en hoe de topsport zich dit jaar heeft geprofileerd. Evenementen zijn allemaal goed uit de verf gekomen en de paardeneconomie maakt een enorme groei door.
Ook zijn twee talenten uit Limburg genomineerd voor het sportgala. We zijn verguld dat we zoveel jonge talenten om ons heen hebben die zich internationaal laten zien.
Waar ik nog steeds met trots op terugkijk is het symposium van de Stichting Limburg Paardensport tijdens Jumping Indoor Maastricht. In minder dan twee uurtjes hebben we met meer dan 100 geïnteresseerden de dynamiek van de Limburgse paardensport bij elkaar gebracht. We zijn allemaal met een goed gevoel het symposium uitgelopen. Op dit soort momenten zie je fysiek wat je echt met elkaar aan het realiseren bent.
We hebben veel geleerd in 2015. Wat we vooral meenemen naar 2016 is dat we ons realiseren dat alle neuzen in de dezelfde richting moeten staan. Wat kun je dan ongelooflijk veel bereiken. De dynamiek in gang brengen, daar krijgen we veel voor terug.
Ook voor 2016 hebben we veel in de planning staan. We hebben in 2015 al veel gerealiseerd. In 2016 gaan we hier verder op bouwen. We willen een verdere doorzet van de groei die we in 2015 hebben gezien, we hebben een goede basis gelegd waardoor de paardensport kan evolueren. We willen paardensport meer op de kaart zetten door middel van evenementen en natuurlijk willen we de talenten laten schitteren. In 2016 staan dus ook het versterken en smeden van samenwerkingsverbanden centraal.
Wij hopen vooral dat de hippische dynamiek beter zichtbaar wordt in Limburg. We willen nadrukkelijk aan het voetlicht komen. En natuurlijk willen we dat heel Limburg aan het hinniken komt.”